Mercedes C63 AMG: Van V8-glorie via viercilinder-drama naar zescilinder-hoop
De Mercedes C63 AMG staat bekend om één ding: brute kracht in een relatief bescheiden jasje. Maar de laatste jaren heeft Mercedes een aantal keuzes gemaakt die zelfs de meest trouwe AMG-fans met verbazing achterlieten. Het verhaal van de C63-motor is er eentje van glorie, controverse en nu misschien – heel misschien – herstel.
De goede oude tijd: 6,2 liter V8
Laten we beginnen waar het allemaal begon: met de legendarische 6,2-liter V8. Die atmosferische M156-motor was puur AMG-DNA. Handgebouwd in Affalterbach, geen turbo's, gewoon een eerlijke V8 die liefhebbers nog steeds nat van krijgen. Dat geluid, dat karakter, die directe respons – dit was AMG zoals het hoorde te zijn.
De motor leverde zo'n 450 pk in de standaardversie en kreeg later nog wat extra's in de Black Series en andere specials. Het was de motor die de C63 zijn reputatie gaf als dé compacte sportsedan met een veel te grote motor erin gepropt.
De upgrade: 4.0 liter biturbo V8
Toen kwam de volgende generatie met een 4.0-liter V8 biturbo (M177). Ja, kleiner in cilinderinhoud, maar door die twee turbo's nog krachtiger. Mercedes leverde dit blok met 476 pk in de standaard C63 en maar liefst 510 pk in de C63 S. Puur op papier was dit een vooruitgang: meer vermogen, zuiniger, moderner.
Maar voor de puristen? Die misten het karakter van die atmosferische zes-twee. De biturbo klonk anders, voelde anders, maar goed – het was tenminste nog steeds een V8. De meeste mensen konden ermee leven. Het was nog altijd een C63 zoals het hoorde.
De blunder: viercilinder plug-in hybrid
En toen gebeurde het. In 2022 presenteerde Mercedes de nieuwe C63 S E Performance. Met een viercilinder. Een 2.0-liter viercilinder turbomotor, weliswaar met elektrische ondersteuning goed voor een systeemvermogen van 671 pk. Op papier het krachtigste C63-model ooit.
Maar jongens, wat een miskleun.
De AMG-gemeenschap ging los. Een C63 met vier cilinders? Dat voelde als verraad. Het maakte niet uit dat de cijfers indrukwekkend waren – een AMG met viercilinder is gewoon geen AMG. Zelfs AMG-baas Tobias Moers zou destijds boos uit een directievergadering zijn gelopen toen dit besluit viel.
De verkoopcijfers lieten ook zien wat de markt ervan vond: ze bleven ver achter bij de verwachtingen. Liefhebbers stemden met hun portemonnee en kozen massaal voor iets anders. BMW M3, Audi RS4, wat dan ook – maar geen viercilinder AMG.
Mercedes-AMG C63 financial lease aanbod
De oplossing: 3.0 liter zescilinder
Mercedes heeft het signaal eindelijk opgepikt. Voor de facelift in 2026 stapt de C63 over op een 3.0-liter zescilinder in-lijn met hybride-ondersteuning. Het wordt dus geen terugkeer naar de V8 (die past volgens Mercedes simpelweg niet meer in de C-Klasse), maar het is in ieder geval een stap in de goede richting.
De motor kennen we al van andere AMG-modellen zoals de E53 en CLE53. In de C63 zal het blok waarschijnlijk flink opgevoerd worden, goed voor meer dan 650 pk. De elektromotor komt deze keer tussen de motor en de versnellingsbak te zitten, in plaats van op de achteras zoals bij de huidige viercilinder-versie.
Is dit genoeg om de fans tevreden te stellen? Dat is de grote vraag. Een zescilinder is beter dan vier, maar de harde kern blijft hunkeren naar dat V8-geluid. De CLE63 krijgt trouwens wél weer een V8 – een flat-plane-crank versie van de 4.0-liter – wat het voor C63-fans nog zuurder maakt.
En financial lease C63?
Voor ondernemers en zzp'ers blijft de C63 interessant, ook met die zescilinder. Het vermogen blijft indrukwekkend en door de hybride-techniek is de bijtelling gunstiger dan je zou verwachken bij zo'n krachtige auto. De bijtelling hangt af van de CO2-uitstoot en het elektrisch rijbereik, dus die plug-in-technologie heeft ook zijn voordelen voor je portemonnee.
Wil je zo'n C63 via financial lease rijden? Reken op een flinke maandlast gezien de catalogusprijs van ver boven de € 100.000. Maar wie kiest voor een C63, kiest niet voor zuinigheid – die kiest voor prestaties en AMG-karakter.
De toekomst
De Mercedes C63 AMG heeft een roerige tijd achter de rug. Van de pure V8-ervaring via een omstreden viercilinder naar nu een compromis in de vorm van een zescilinder. Het is geen terugkeer naar de oude glorie, maar het is tenminste een stap dichter bij wat AMG hoort te zijn.
Of liefhebbers vrede nemen met zes cilinders? Dat zien we in 2026 wel. Maar één ding is zeker: de viercilinder wordt niet gemist.